oplossingen onderscheiden

Zure, basische en neutrale oplossingen onderscheiden met behulp van indicatoren.

ZUREN EN BASEN

Zonder dat je het door hebt kom je elke dag wel in aanraking met zuren en basen. Het zit bijvoorbeeld in een frisdrank en ook in een vitamine pilletje.  Alle zuren en basen hebben eigenschappen die op elkaar lijken of het zelfde zijn. Je kan aan de naam horen dat zuren zuur zijn, dit is niet handig om in het echt te proberen, want veel zuren zijn gevaarlijk. Bij basen is het hetzelfde alleen dan met bitter. ALs er zuur op je huid komt geeft dit en branderig en pijnlijk gevoel en basen voelen dan weer glibberig aan.

INDICATOREN EN BUFFERS

Als je pH bij een oplossing gaat meten met pH-meter of een spanningsmeter die met behulp van elektronische reacties H+-ionen kan betrekken. Je kan het ook een stuk goedkoper aanpaken, dan maak je gebruik van indicatoren. Indiecatoren zijn stoffen veranderen van kleur als ze in aanraking komen met zuur of een base. Bijvoorbeeld als je pan met overgebleven rode kool in (basische) afwaswater doet dan wordt de rode kool ineens blauw. Met indicatoren kan je makkelijk zien hoe zuur of basisch een oplossing ongeveer is. In een laboratorium wordt vooral lakmoes (lakmoespapiertjes) en fenoltaleïnen(titreren) gebruikt als indicator. in het laboratorium gebruiken ze vaak ook buffers. Een buffer is een oplossing die een zuurgraad constant probeerd te houden als je er base of zuur aan toevoegt. Buffers zijn meestal een combinatie van een zwak zuur en zijn zout of een zwakke base en zijn zout. Zonder dat je het waarschijnlijk weet, loop je ook zelf met een buffer in je lijf rond. De combinatie van koolzuur en bicarbonaat zorgt ervoor dat de pH van je bloed niet teveel varieert.

Bron 10